A.F.A.M. Wetzer, 1 mei 2008
InleidingIn de wijk Het Zand gelegen voormalig herenhuis. Het betreft een boven- en benedenwoning (resp. 28 en 28a), gebouwd in 1903 door het architectenbureau K.C. Suyling en Zonen in een stijl die invloeden vertoont van de Neo-Renaissance en Art Nouveau. Een aan de achtergevel grenzende verbindingsgang leidt naar een op het achtererf gelegen voormalig fabrieksgebouwtje. Dit ingrijpend verbouwde pand valt evenals de sterk gewijzigde verbindingsgang buiten de bescherming. De wijk Het Zand is vanaf circa 1890 aangelegd in een gebied tussen de oude binnenstad en het spoor en ontleent zijn naam aan de noodzakelijke ophoging van het terrein dat voor militaire inundaties was afgegraven. De woningen werden gerealiseerd door particulier initiatief en voornamelijk betrokken door welgestelde Bosschenaren. Vanaf de Stationsweg, de primaire hoofdas van Het Zand, neemt de rijkdom in ornamentiek van de bebouwing in noordelijke en zuidelijke richting af, hetgeen correspondeert met de oorspronkelijke grondprijzen en de sociale status van de voormalige eigenaren en bewoners.Het benedenhuis is thans als bedrijfspand in gebruik en is, met name in het souterrain en aan de achterzijde, licht gewijzigd en gemoderniseerd. Bij het bovenhuis is de indeling van de kapverdieping licht gewijzigd. OmschrijvingHet bakstenen pand beslaat een rechthoekige plattegrond en telt vier bouwlagen (souterrain, bel-etage, twee verdiepingen); aan de Oranje Nassualaan onder een met muldenpannen gedekt voordakschild en aan de achtergevel onder plat. Achtergevel met aangrenzende drielaags uitbouw onder plat met opgaand muurwerk vanaf het maaiveld en plat ter hoogte van de vloer van de vierde bouwlaag uit het hoofdvolume. Dakvoet voordakschild op verschillende hoogten met overstekende geprofileerde goten op opengewerkte gesneden consoles en klossen. Dakkapel met overstek voorzien van vensters met kleine roedenverdeling.Het linkerdeel van de asymmetrische voorgevel van het in kruisverband gemetselde pand wordt afgesloten met een dakopbouw, bekroond met een haakse klimmende trappartij. De voorgevel is drie traveeën breed. In de linkertravee een diepe entreeportiek, gedeeltelijk omlijst en bekroond met een risalerend trapgeveltje op decoratief gehouwen pilasters, verrijkt met diverse sierelementen. Onder een tussen de pilasters aangebrachte toogboog is een raam met gekleurd glas-in-lood geplaatst, gevat in een kozijn met geprofileerd houten stijl- en regelwerk. Trap met smeedijzeren leuning naar ingangen souterrain en bel-etage. Souterrain met groen-grijze wandtegels en rood-geel-zwarte vloertegels, bel-etage met twee beglaasde en met smeedwerk betraliede paneeldeuren in afgebiljoende kozijnen. De gevel wordt verder geleed en verlevendigd door het gebruik van hardsteen voor de plint, (lek-)dorpels en waterlijst; zandsteen voor de bovendorpels, (pseudo-)sluitstenen en sierende elementen boven en rondom de entreeportiek; groen geglazuurde steen voor speklagen, ontlastingsbogen, tandlijsten, siermetselwerk en het veld van de trapgevel rond de lege beeldnis; smeedijzer voor de getordeerde diefijzers van het souterrain, trapleuning portiek en traliewerk entreedeuren; verder zijn er enkele pseudo-ontlastingsbogen en een pseudo-rollaag in de wand gemetseld. Gevelopeningen onder segmentbogen en lateien met rechtgesloten, sierlijk gesneden en afgebiljoende kozijnen waarin deels versoberde schuif- en draaivensters (souterrain vernieuwd) voorzien van bovenlichten met gekleurd glas-in-lood. Achtergevel soberder gedetailleerd. Aangrenzende drielaags uitbouw onder plat, thans als balkon in gebruik. Onder meer driedelige glas-in-loodvensters en stolpvensters met kleine roedenverdeling in de onderzone van de openslaande ramen. De opzet van de plattegrond is bewaard gebleven. In de rechtertraveeën van de bel-etage (nr. 28a) een voormalige kamer-en-suite. In de linkertravee een gang naar een aan de achterzijde gesitueerde kleine bordestrap die omlaag leidt naar het souterrain en de eerste (thans versoberde) bouwlaag van de uitbouw, danwel omhoog naar de tweede bouwlaag van de uitbouw. Deze verschafte oorspronkelijk toegang tot de erachter gelegen verbindingsgang en fabriek. Indeling souterrain gewijzigd. Trap van nr. 28 leidt direct naar het bovenhuis waar rondom de overloop een slaapkamer, kamer-en-suite en keuken (in de uitbouw) zijn gesitueerd. Deels heringerichte kapverdieping. Van het interieur zijn onder meer van belang: diverse vertrekken met marmeren schouwen, muurkasten, schuifdeuren met (gekleurd) glas-in-lood, deels beglaasde paneeldeuren met geprofileerd lijstwerk, enkele plafonds met stucwerk en stuclijsten; trap met decoratief gesneden trappaal en balusters; gang met doorgang onder boog op tegenover elkaar geplaatste muurpilasters; keuken met versoberde schouw, wandtegels en schouwbalk. WaarderingHet voormalige herenhuis is van algemeen belang. Het object bezit cultuurhistorische waarden als voorbeeld van een woning voor de meer welgestelden. De sociale status is nauw verbonden met de situering in stedenbouwkundige context. Daarnaast vormt het object als fabrikantenwoning met aangrenzend fabriekje een bijzondere uitdrukking van de economische ontwikkeling in de wijk het Zand in het begin van de twintigste eeuw. Verder omdat het object als onderdeel van de eerste stadsuitbreiding buiten de wallen een belangrijke fase vertegenwoordigt in de stedenbouwkundige ontwikkeling van Den Bosch. Het object heeft architectuurhistorische waarden vanwege de esthetische kwaliteiten van het architectonisch ontwerp, de verzorgde ornamentiek en de verfijnde detaillering in met name de entreeportiek, gevels en delen van het interieur. Het object heeft tesamen met het achtergelegen voormalige fabriekje ensemblewaarde als een vrij zeldzaam voorbeeld van een sociaal-economisch ensemble binnen de vooral op wonen gerichte wijk Het Zand. Verder heeft het object ensemblewaarde als onderdeel van de historische verkaveling langs een van de hoofdwegen van de wijk Het Zand. Het object is van belang wegens de architectonische gaafheid en de bewaard gebleven elementen uit het interieur en draagt bij tot de visuele en structurele gaafheid van de als stadsgezicht beschermde wijk Het Zand. |
De huishoudschool van de ZUSTERS VAN J.M.J. aan het Julianaplein was gevestigd in een woonhuis van architect A. van Liempt uit 1908. In het aangrenzende woonhuis aan de Oranje Nas- | 512 |
saulaan werd in 1925 een kleine communiteit gesticht voor de zusters die de huishoudschool bedienden en voor wie het op en neer gaan naar de Mariënburg te veel werd. Dit huis was in 1903 gebouwd door architectenbureau K.C. Suyling en Zn. In 1931 is de communiteit weer opgeheven omdat de huishoudschool naar de Sint Janssingel werd verplaatst. De huizen zijn thans in gebruik als bedrijfs- en kantoorpanden. Het schoolgebouw was gevestigd in een bakstenen tweelaags L-vormig, halfvrijstaand woonhuis met een hardstenen basement. Boven de aangebouwde ingangspartij een balkon met houten hek. De gevels zijn geleed door middel van speklagen en ontlastingsbogen. Het aangrenzende zusterhuis is een boven- en benedenwoning, waarvan de stijl invloeden van neorenaissance en Art Nouveau vertoont. Dit opvallende bakstenen pand beslaat een rechthoekige plattegrond en heeft een souterrain, een bel-etage en twee verdiepingen. De voorgevel is drie traveeën breed. In de linker travee een diepe entreeportiek, gedeeltelijk omlijst en bekroond met een risaliserend trapgeveltje op decoratief gehouwen pilasters, verrijkt met diverse sierelementen. Onder een toog tussen de pilasters een raam met gekleurd glas in lood, gevat in een kozijn met geprofileerd houten stijlen regelwerk. De gevel wordt verder verlevendigd door het gebruik van hardsteen, zandsteen en sierende elementen boven en rondom de entreeportiek. Speklagen, ontlastingsbogen, tandlijsten, siermetselwerk en het veld van de trapgevel rond de lege beeldnis bestaan uit groen geglazuurde steen. Er is smeedijzer gebruikt voor de getordeerde diefijzers van souterrain, trapleuning van de portiek en traliewerk van de entreedeuren; verder zijn er enkele pseudo-ontlastingsbogen en een pseudorollaag in de wand gemetseld. Gevelopeningen onder segmentbogen en lateien hebben rechtgesloten, sierlijk gesneden kozijnen waarin versoberde schuif- en draairamen zijn voorzien van bovenlichten met gekleurd glas in lood. In de onderzone van de onder meer driedelige glas-in-loodramen stolpramen met kleine roedenverdeling in openslaande ramen. De opzet van de plattegrond is bewaard gebleven en de speelplaats is nog zichtbaar. | 513 |
2010 |
Jan SmitsOranje Nassaulaan 28-28a. Voormalig Mariagesticht.in: Vademecum van religieuzen en hun kloosters in Noord-Brabant (2010) 512-513 |
1908 | C.L.J. Teulings (fabrikant van gouden werken) - J.F.C. Teulings (particulier) - G.M.J. Verlinden (wijnhandelaar) |
1910 | C.L.J. Teulings (fabrikant van gouden werken) - J.F.C. Teulings (particulier) |
1928 | R.K. Huishoudschool |
1943 | ir. H.C.J. de Jong (electro techn. ing.) - wed. C.A. de Jong-Bartelt |
1943 | F. Filthaut (koopman) |